Een van de belangrijkste drijfveren voor de realisatie van de World Food Center Experience is een bijdrage te willen leveren aan het aanpakken van grote internationale voedseluitdagingen. Die uitdagingen, onder meer met betrekking tot het op een duurzame en gezonde wijze voeden van een groeiende wereldbevolking, zijn alleen maar groter geworden nu door de coronacrisis ook de globalisatie en onze omgang met natuurlijke hulpbronnen verder op de proef worden gesteld.
Wat betekent deze coronacrisis voor onze internationale voedselsystemen?

Twee medewerkers van WFC-partner Wageningen University & Research (WUR) – Ivo Demmers (programmaleider Food Security and Valuing Water Program) en Ruerd Ruben (Professor of Impact Assessment for Food Systems)zetten de consequenties op een rij.

Uitdagingen voor voedselproductie en werkgelegenheid

Op de korte termijn is de landbouwproductie beperkt door de teruglopende vraag (als gevolg van onder meer de economische lockdowns en COVID-19-ontslagen) Op de middellange termijn zou een tekort aan uitgangsmaterialen en hulpronnen (zaden, meststoffen en bestrijdingsmiddelen) en landbouwkrediet echter een minstens even beperkende factor kunnen worden. Voedselveiligheid en vooral de dreiging van zoönotische ziekten zullen de structuur van voedselsystemen beïnvloeden. De COVID-19-uitbraak heeft de veerkracht van voedselsystemen aangetast, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor nieuwe klappen, zoals ongedierte, of geleidelijke veranderingen, zoals klimaatverandering, die een extra bedreiging voor de voedselzekerheid vormen.

Arbeidsmobilisatie lijkt gemakkelijker te zijn voor kleine boeren, terwijl middelgrote agrarische bedrijven juist afhankelijker zijn van (semi) intensieve productiesystemen. Anders gezegd: goedkoper beschikbaar maken van voordelig voedsel voor de stedelijke bevolking vereist waarschijnlijk een hogere afhankelijkheid van grootschalige commerciële landbouwactiviteiten. Alleen door middel van een enorm geld-transfer programma kan aan de plaatselijke vraag naar voedsel voldaan worden.

Uitdagingen voor voedselmarkten en handel

Na de coronapandemie neemt de belangstelling voor kortere toevoerketens en plaatselijke voedselzekerheid toe. Bedrijven en landen proberen de risico’s te verlagen door het spreiden van hun toevoerlocaties. Plaatselijke bevoorrading van ‘kritieke’ producten omvat bijvoorbeeld medicijnen, ziekenhuisapparatuur en basis levensmiddelen. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de prijs van voedsel, omdat landen wellicht niet langer inzetten op grootschalige, gespecialiseerde productie, waarbij men afhankelijk blijft van interregionale of internationale handel voor de toegang tot een grote variëteit aan producten.

Een andere belangrijke uitdaging is het handhaven van stabiele voedselprijzen voor arme consumenten.

Uitdagingen voor voedselconsumptie en dieet

De coronapandemie brengt veranderingen in eetgedrag en dieetkeuzes met zich mee. De verkoop van (half)bewerkt voedsel en houdbare etenswaren stijgt sterk, evenals de voorkeur voor vers, gezond fruit en groenten. De prijzen van (ingevoerde) basisproducten zoals rijst en graan kelderen, evenals de toekomstige prijzen van artikelen zoals koffie, cacao en olie. De consumptie van dierlijke producten daalt eveneens als gevolg van zorgen om de voedselveiligheid. Het feit dat mensen met obesitas een grotere kans hebben te overlijden aan COVID-19, zou ook kunnen leiden tot bewustwording van het belang van een gezondere eet- en levensstijl. Terwijl veel mensen bereid zijn een groter deel van hun inkomen aan voedsel uit te geven, zijn armere huishoudens hier niet toe in staat. Om die reden neemt de ongelijkheid in voedselconsumptie toe.

Uitdagingen voor voedselbeleid

In veel landen wordt de aanpak van de coronacrisis gereguleerd vanuit de overheid. Naast gecentraliseerde gezondheidszorg, wordt de rol van de regering snel uitgebreid naar het beschikbaar stellen van werkloosheidsuitkeringen, kortdurende financiering voorbedrijven (zoals kwijtschelding van leningen, opschorten van belastingen en dergelijke).  Omdat deze crisis zijn oorsprong niet vindt in de reële economie, eist de bevolking dat bedrijven gesteund worden om de effecten te beperken.

Veel van de publieksmaatregelen zijn gebaseerd op technische criteria, zoals het afvlakken van de curve, het beperken van contacten bij het winkelen en dergelijk. Het zou goed zijn als er meer aandacht besteed werd aan stimuleringsmaatregelen ten gunste van gezonder gedrag en voedselkeuzes. Lokale initiatieven en innovatieve oplossingen door bedrijven nemen een vlucht. Dit zijn waardevolle lessen in flexibiliteit en ondernemerschap die moeten worden meegenomen in de transitie naar veerkrachtiger en duurzamere voedselsystemen.

Vooruitblik

Gezien de veranderingen die gelijktijdig in de vier agri-food domeinen plaatsvinden, zou een gecoördineerde aanpak van de COVID-19-crisis zich moeten richten op drie samenhangende strategische zaken:

  • Een snel reactievermogen en een breed maatschappelijk draagvlak voor crisisbeheersing vraagt om een brede, interdisciplinaire, samenwerking tussen technische en gedragskundige vakgebieden, en tussen de publieke en private sector.
  • Het ontwerp van post-corona agri-voedselsystemen zal waarschijnlijk gebaseerd zijn op een combinatie van snelle, no-regret stappen en lange-termijn perspectieven die afhankelijk zijn van het organiseren van maatschappelijk draagvlak.
  • Kansen om te komen tot synergie of het voorkomen van compromissen tussen kritieke doelen van het voedselsysteem (toegang tot gezonde voeding, duurzame voedselproductie en inclusieve waarde-ketens). Gebaseerd op een combinatie van positieve ondersteuningsmaatregelen en belastingen om negatieve factoren te beperken.

Een uitgebreidere versie van dit blog is eerder verschenen in het Engels op het Knowledge Platform Food & Business op 24 april 2020.