“Als we vooruit willen zullen we keuzes moeten maken!”

Aan het woord is Martin Ruiter, een van de twee nieuwe bestuursleden van de stichting World Food Center Experience. Iemand die zichzelf liever ondernemer noemt dan bestuurder, hoewel hij op beide gebieden inmiddels een stevig trackrecord heeft opgebouwd. Iemand ook die stevig geworteld is in de Foodvalley en vanuit die positie de ontwikkelingen rond het World Food Center altijd met meer dan gemiddelde belangstelling gevolgd heeft.

Boerenzoon
De combinatie van food en ondernemen zit boerenzoon Martin Ruiter in het bloed. Hij kwam naar Wageningen om te studeren aan de WUR, en ging daar niet meer weg. Zijn eerste wapenfeiten als ondernemer was de overname van het Heerenstraat Theater in Wageningen, in 2004. In 2013 startte hij met enkele partners engineerings- en consultancybedrijf QING, dat zich richt op de energietransitie en op de mechanische kanten van foodproductie en -packaging. QING groeide in vijf jaar tijd van 12 naar 75 medewerkers in vier vestigingen. Vanuit zijn overtuiging dat je niet aan de zijlijn moet blijven staan als je denkt dat iets beter kan, heeft hij zich vervolgens in verschillende bestuursfuncties ingezet voor het ondernemerschap. Als voorzitter van Wageningen Ondernemers Contact, voorzitter FOV (Federatie Ondernemerskringen Valleiregio) en de laatste jaren als voorzitter VNO-NCW VeluweVallei.

Samenwerking in wereldwijde uitdagingen
“Ik geloof sterk in de kracht van Foodvalley als kennisregio. “De kennis van de WUR is een enorm belangrijk exportproduct. Maar het gaat voor mij veel verder dan de WUR; het hele innovatie-ecosysteem eromheen doet mee. Ondernemers, onderwijs, overheden, onderzoek, iedereen heeft invloed op elkaar en alles is met elkaar verbonden. Samen hebben we in deze regio de tools in handen om de grootste uitdagingen van de wereld aan te gaan: de energietransitie voor 2050 en het voeden van negen miljard wereldbewoners.”

Keuzes maken
“Ik volg de plannen van het World Food Center al vanaf het eerste begin, rond 2010. Tien jaar is een lange tijd en ik heb de plannen dan ook al meerdere keren zien veranderen. Inmiddels hebben de gemeente Ede, de provincie Gelderland en het Rijk de handen ineengeslagen en ligt er nu zowel een globaal concept als een toegekend subsidiebedrag van in totaal 27 miljoen euro (naast een lening voor het vastgoed). Dat is een substantieel bedrag waarmee je hele mooie dingen kunt doen. Maar dan moet je wél goed weten wat je wilt doen. Ik denk dat de tijd van breed overleg en consensus zoeken nu voorbij is. De conceptplannen liggen er en het is nu tijd om de wezenlijke keuzes te gaan maken. Ondernemen gaat in mijn optiek ook vooral om keuzes maken. Dat geldt dus ook voor de World Food Center Experience.”

“In de huidige ideeën worden er steeds twee modellen met elkaar gemengd. Aan de ene kant is er een taakgestuurd model, waarbij de Experience vooral een educatieve taak heeft en bezoekers moet helpen om tot betere voedingskeuzes te komen. Aan de andere kant hebben we het marktgestuurde model waarbij we ervan uitgaan dat bezoekers zo graag en zo vaak naar de attractie komen dat daar een gezond exploitatiemodel op te baseren is. Het is juist die combinatie die uitdagend is. We zullen met elkaar daarin de juiste balans moeten vinden en dat betekent onherroepelijk dat je bepaalde keuzes moet maken.”

“Zolang je op een globaal niveau blijft praten en plannen is het niet zo moeilijk om iedereen aan boord te houden. NGO’s, overheden, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven vinden elkaar dan wel. Maar nu we voor de uitwerking gaan, zullen we meer moeten gaan kiezen, en dat vraagt een andere bestuursaanpak. Ik denk dat ik met name in dit keuze- en beslissingstraject het nodige kan toevoegen.”

Handen uit de mouwen
“Vanuit mijn kennis en ervaring in deze regio geloof ik absoluut in het potentieel van een World Food Center Experience, hetzij commercieel exploitabel, hetzij educatief, als hart van een prachtig woon- en werkgebied binnen de Foodvalley.”

“Ik zie nu een bestuur ontstaan dat enthousiast bereid is om zijn mouwen op te rollen en zijn tanden in deze klus te zetten. Want de oprichting van de stichting WFC-Experience is voor mij niet zozeer het sluitstuk van een ontwikkeling als wel het begin van een nieuwe en hopelijk zeer slagvaardige en dynamische periode, waarin we snel komen tot beslissingen en tot de realisatie van een duurzame en toekomstbestendige WFC-Experience.”